Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website toont video’s van YouTube. Deze partij plaatst cookies (third party cookies). Als je deze cookies niet wilt, dan kan je dat hier aangeven. Je kan dan geen video’s op deze website zien. Wij plaatsen zelf ook anonieme cookies om onze site te verbeteren. Deze gegevens worden niet aan derden verstrekt.

Deze website toont video’s van YouTube. Deze partij plaatst cookies (third party cookies). Als je deze cookies niet wilt, dan kan je dat hier aangeven. Je kan dan geen video’s op deze website zien.

Leermiddelenadviescentrum over de nieuwe editie Stercollecties

Geschreven door Tom van Moll op 14 mei 2019

‘Er is een grote slag gemaakt in de leerzaamheid van het materiaal.’

Als directeur van CLU Leermiddelen Adviescentrum weet Hendrianne Wilkens aan welke criteria goede leermiddelen moeten voldoen. Ze screende met haar collega’s de vernieuwde Stercollecties, die vanaf deze zomer online komen. “Er staat vrijwel niets in dat afleidt van het leerdoel.”

Om het Stercollectie-keurmerk te mogen dragen, moet het leermateriaal van VO-content voldoen aan een aantal strenge kwaliteitseisen. Ook als ze eenmaal gepubliceerd zijn, zijn de Stercollecties onderhevig aan een voortdurend verbeterproces. In die cyclus vervult CLU Leermiddelen Adviescentrum de rol van expert. “We hebben al verschillende keren de Stercollecties gescreend, en we kijken steeds in sessies mee bij de doorontwikkeling.”, licht Hendrianne Wilkens, directeur van CLU, de rol van het centrum toe. “We geven ook trainingen aan de ontwikkelaars, zodat de verbeteringen blijvend zijn. Dat is zo mooi van VO-content, dat het continu kwaliteitsslagen maakt en nooit achterover leunt.” 

Wetenschap en praktijk

In het nieuwe schooljaar komt stapsgewijs de nieuwe editie Stercollecties uit; ook deze zijn door CLU onder de loep genomen. Bij CLU weten ze namelijk precies wat goed leermateriaal is. Het bureau bestaat sinds de jaren ’80 en is voortgekomen uit de vakgroep onderwijskunde van de Universiteit Utrecht. CLU stond destijds voor Centrum Leermiddelenstudie Utrecht. Sinds een aantal jaar is het centrum onafhankelijk en opereert het onder de naam CLU Leermiddelen Adviescentrum.

“CLU is vooral opgericht om een soort Lemniscaat te vormen waarin wetenschap en praktijk zijn verbonden. We onderzoeken hoe mensen leren en wat dat betekent voor de praktijk. Het toepassen van die kennis in de praktijk, draagt vervolgens weer bij aan verdere theorievorming.”

Kwaliteit meten

De belangrijkste vraag waarover het centrum zich buigt, is hoe je ervoor kunt zorgen dat leermiddelen zo goed mogelijk het leerproces ondersteunen. “Leermiddelen moeten er niet zozeer gelikt uitzien, ze moeten zo leerzaam mogelijk zijn. Dat wil zeggen dat leerlingen zo effectief mogelijk van het materiaal kunnen leren.” Daarom heeft CLU het meetinstrument leermiddelenkwaliteit (MILK) ontwikkeld. Dat is een lange lijst met gecategoriseerde kwaliteitscriteria, waaruit je kunt putten om leermateriaal te beoordelen.

“Kwaliteit meten is heel lastig. Dit instrument helpt daarbij, al heb je wel een beetje kennis nodig om het te hanteren. De MILK gaat uit van de hoofdcategorieën ‘leerstof’, ‘didactiek’ en ‘presentatie’. Er zijn criteria waaraan al het leermateriaal zeker moet voldoen, de leerteksten moeten bijvoorbeeld begrijpelijk zijn, voorkennis moet geactiveerd worden en er moeten leerdoelen gesteld worden. Van andere criteria kun je zelf afwegen hoe belangrijk je ze vindt, bijvoorbeeld of er een beroep wordt gedaan op samenwerking.”

VO-content bouwt voort op MILK

Voor de nieuwe editie van de Stercollecties heeft VO-content op basis van de MILK een eigen lijst criteria opgesteld. Daarbij is onder andere gekeken naar wat deelnemende scholen belangrijk vinden, en naar wat een werkbare hoeveelheid is voor de ontwikkelaars. “Het is bijvoorbeeld ontzettend belangrijk dat leerdoelen goed geformuleerd zijn, dat duidelijk is hoe de stof geordend is, dat de leerteksten begrijpelijk zijn en dat er beoordelingscriteria bij de opdrachten vermeld worden.”

Leerzaamheid sterk verbeterd

“De Stercollecties hebben altijd al goed aangesloten bij de leefwereld van de leerling”, vindt Wilkens. “Ze boden ook al veel afwisseling in modaliteiten, zoals filmpjes, teksten en de Kennisbank. Bij deze herziening is de leerzaamheid van de Stercollecties flink verhoogd. We hebben er extra goed op gelet dat de leerdoelen SMART geformuleerd zijn. De voorkennis wordt niet alleen meer aangesproken, maar heel expliciet geactiveerd. Er staan nu ook altijd kijkopdrachten bij de filmpjes. En aan het eind van een onderdeel moet de leerling steeds terugblikken: heb ik geleerd wat ik moest leren en wat moet ik eventueel nog doen om het doel te behalen? Op die criteria is nu een behoorlijke slag gemaakt.”

“Wat ik ook belangrijk vind, is dat het ontwerpprincipe ‘less is more’ goed gehanteerd is; er is niets overbodigs toegevoegd wat afleidt van het leerdoel. De plaatjes zijn nu veel functioneler. En de talen gebruiken mooie woordlijsten, waarbij de leerlingen zelf kunnen kiezen hoe ze de woorden willen leren.”

Meer differentiatie

Vanwege de toegenomen effectiviteit van de Stercollecties, kun je volgens de onderzoekers van CLU dus met recht spreken van herziene editie. Dat betekent niet dat de kwaliteitscyclus stopt met draaien. Wat zou volgens Wilkens een volgende stap in de doorontwikkeling kunnen zijn? “In de toekomst zouden de Stercollecties nog meer differentiatiemogelijkheden kunnen krijgen op basis van de taxonomie van Bloom. Dan kunnen leerlingen nog meer regie nemen en zelf kiezen op welk niveau zij een leerdoel willen behalen.

 

Terug naar blogoverzicht
Stel een vraag Helpdesk