Eisen en verwachtingen
Zijn school, het Mondriaancollege in Oss, was al enige tijd deelnemer van VO-content toen le Grand overstapte naar de Stercollecties. “Ik gebruikte eerst een andere methode, maar die veranderde te weinig mee met het examenprogramma. Enigma, dat de basis is voor de Stercollecties, is juist op de nieuwe eisen gebaseerd. Daarnaast, laten we wel wezen, is VO-content goedkoper. En als het materiaal toch beschikbaar is, waarom niet? Al controleer je natuurlijk eerst of de inhoud wel aan je verwachtingen voldoet.”
Kunst van het weglaten
Juist omdat hij zijn leerlingen zelfstandig aan het werk zet met de theorie, beoordeelt hij kritisch wat hij voor zijn lessen belangrijk vindt. “In havo-4 leren ze programmeren met HTML5, CCS3 en Javascript. Die module bevalt goed. Er is een fijn controlemiddel ingebouwd: de leerlingen zien meteen of ze het goed doen.” Maar niet alles vindt hij relevant. “Ik kies ervoor om geen verdieping aan te brengen in de theorie. De module Computerarchitectuur vind ik bijvoorbeeld te ver gaan, die gebruik ik niet. Soms laat ik ze vragen overslaan, zoals ‘Wat gebruik jij voor sociale media?’, die vind ik niet zo nuttig. Ik leg de nadruk echt op de praktijk. Met de toetsen controleer ik hoofdzakelijk of ze de begrippen hebben geleerd, niet of ze antwoorden kunnen beredeneren.”
Zelfstandig
De leerlingen reageren wisselend op deze manier van werken, merkt le Grand. “Ze zijn niet zo gewend dat ze het helemaal zelf moeten doen. Ze hebben soms moeite om het totaaloverzicht te houden, dat is jammer. De modules bestaan uit een heleboel kleine hoofdstukjes met korte teksten. Die zouden wel samengevoegd mogen worden, al zou ik dat eventueel ook zelf in WikiWijs kunnen doen en voor die onderwerpen die nog ontbreken, ontwikkelen we daarom nu zelf modules.”
Op deze manier maakt le Grand toch gebruik van de flexibiliteit van de Stercollecties. “Ik vind ze prettig werken, met name omdat je zelf een programma samen kunt stellen, zonder dat de leerlingen allerlei dingen te zien krijgen die ze toch niet hoeven te doen. Als tip zou ik daarom willen meegeven, dat je als docent zelf goed bekijkt welke onderdelen je wel, en welke je niet gebruikt.”