info@vo-content.nlContact

Dit is het moment om als onderwijssector de regie te pakken.

Kees Versteeg en Ron Zuijlen

De overheid stimuleert het ontwikkelen van digitaal open leermateriaal. Zes vo-scholen zijn hier afgelopen schooljaar mee aan de slag gegaan in een ontwikkeltraject van VO-content . De curriculumherziening is een goed moment voor andere scholen om dit ook te doen. En dan is er nog het breed gedragen manifest ‘Meer grip op leermiddelen’. ‘We moeten als onderwijssector nu de regie pakken.’ 

Vliegwiel voor gebruik open leermateriaal

‘Scholen die nog moeten beginnen met het maken van open content, kunnen leren van alle fouten en alle kennis die je in dat proces opdoet. En het heeft een meerwaarde om dat als scholen met elkaar te delen.’ Dat was vooral de drijfveer van Kees Versteeg, rector van het Griftland College in Soest, om mee de doen aan het veldexperttraject. Daarin hadden zes vo-scholen een voortrekkersrol in het maken en delen van open leermateriaal. ‘Als je in zo’n traject kennis kunt delen én opdoen, dan vind ik het bijna een verplichting om mee te doen en die kennis niet voor jezelf te houden’, vindt hij. ‘Wij faciliteren dit soort leertrajecten vaker’, zegt Ron Zuijlen, directeur-bestuurder van VO-content. ‘We werken sinds 2011 namens scholen aan een kwalitatieve open leermiddelenbank. Die kwaliteit bereik je door samen te werken en een feedbackloop te organiseren. Door die kennis en het materiaal open te delen, maken we het onszelf in het onderwijs een stuk makkelijker’ 

Zuijlen en Versteeg kijken terug op het traject waarin zes veldexpertscholen met ondersteuning van Impuls Open Leermateriaal aan de slag gingen met het ontwikkelen van eigen, open leermateriaal. Dit traject startte begin zomer 2023 en werd in mei 2024 afgerond. Zuijlen: ‘De deelnemers zagen in dit traject waar andere scholen mee stoeien en wat ze zelf al voor elkaar hebben als het gaat om open leermateriaal. In dat proces gaat het ook om vertrouwen in eigen kunnen en inzicht krijgen in hoever je al bent.’ Vervolgens zien ze het resultaat, zegt hij, namelijk dat het ontwikkelen van eigen leermateriaal hun als onderwijsprofessional kennis brengt en dat het aansluit bij de doelstellingen van de school. Versteeg, naast rector van het Griftland College ook bestuurder van veldexpertschool Waldheim-mavo in Baarn, is het daarmee eens: ‘Het is een soort vliegwiel geweest dat voor beide scholen relevante inzichten heeft gebracht.’ 

Curriculumherziening is hét moment 

Het veldexpertscholentraject is formeel afgerond maar de scholen zetten samen nog vervolgstappen. Intussen speelt het traject landelijke curriculumherziening. In september 2023 zijn nieuwe conceptkerndoelen voor Nederlands en rekenen-wiskunde gepubliceerd, in maart 2024 volgden conceptkerndoelen voor digitale geletterdheid en burgerschap. Naar verwachting worden de nieuwe kerndoelen in 2025 definitief en wettelijk vastgelegd. ‘Dit is hét moment voor scholen en secties om het er samen over te hebben over wat we willen met onze leerlingen en hoe we ze naar het diploma kunnen leiden’, zegt Versteeg. Het belangrijkste vindt hij dat het curriculum er niet moet zijn voor docenten maar voor leerlingen. ‘Een nieuwe kijk op het curriculum dwingt, denk ik, een hoop vastzittende docenten om te kijken naar wat nodig is voor hun leerlingen. Of ze – in plaats van te kiezen voor de ene of de andere methode – bijvoorbeeld hun eigen lessen met hun eigen focus in een curriculum kunnen verwerken.’

Versteeg noemt ook het denken en werken vanuit de leerdoelen, dat de basis is van het schoolplan van het Griftland College. ‘De gemiddelde docent – niet bij ons natuurlijk – is nog vaak een methodeslaaf. Maar als je werkt vanuit leerdoelen, maakt het niets uit welke methode, welk leermateriaal of welk curriculum het is. Dan ben je als school en docent beter in staat om een goed antwoord te geven op de herziening van het curriculum.’ Zuijlen: ‘Los van methode of leermateriaal gaat het over de manier waarop je leerlingen motiveert, hoe je ze kunt benaderen en hoe je de resultaten evalueert. Er zitten dus veel onderwijskundige elementen in. Daar moet je iets mee, want alle scholen krijgen te maken met de landelijke curriculumherziening.’

Regie pakken

In juni verscheen het manifest Meer grip op kwaliteit leermiddelen. Op basis van een peiling onder 2.500 leraren, schoolleiders, schoolbestuurders en andere onderwijsprofessionals pleiten vakbonden, sectorraden en partners daarin voor meer publieke regie, een eerlijkere leermiddelenmarkt en het wegnemen van zorgen rondom stijgende kosten. Daar ligt een directe link met de urgentie van open leermateriaal, vinden Versteeg en Zuijlen. ‘Ik vind een hele hoop schuld bij de onderwijssector liggen’, zegt Versteeg. ‘We zijn in slaap gesust door uitgevers van methodes. Die hebben het ons heel makkelijk gemaakt. En ons tegelijkertijd leeggeplukt als het gaat om leermiddelenfondsen. Maar werken volgens een methode is niet de enige manier om onderwijs te verzorgen. Dat is ooit zo bedacht, maar je kunt ook een nieuwe manier bedenken. Daarvoor is de tijd nu rijp. De sector moet opstaan, zeker in deze tijd van curriculumherziening, minder subsidies en btw-verhoging.’ Zuijlen vindt het treffend dat schoolleiders én docenten zich zorgen maken over dezelfde zaken. ‘Open leermateriaal zou dan een oplossing kunnen zijn om meer grip te krijgen op de kwaliteit. Er is ontevredenheid over wat de leermiddelenmarkt nu levert, dus ik hoop dat scholen nu durven investeren in eigen materiaal, mogelijk met behulp van AI en andere technologie.’ Je moet geen partijen uitsluiten, vindt Versteeg, want ook uitgeverijen hebben goed leermateriaal. ‘Maar pak als sector de regie en zorg dat je niet afhankelijk wordt van derden in het ontwikkelen van leermiddelen en onderwijs. De kunst is iets te bedenken waar de voorlopers mee aan de slag kunnen én waar de traditionele docent iets mee kan.

Dat zou een tool kunnen zijn waarmee een docent twee hoofdstukken uit een methode gebruikt, twee hoofdstukken van VO-content en een hoofdstuk dat hij of zij zelf heeft gemaakt. Kun je dat in één tool bij elkaar brengen, dan geef je de hele sector iets waarmee ze kunnen werken.’  En dan is er nog het financiële aspect, ook genoemd in het manifest. Want eigen en open leermateriaal is vele malen goedkoper dan een commerciële methode of licentie. ‘VO-content is door scholen opgericht’, zegt Zuijlen, ‘omdat die op dat moment al nadachten over hoe we met de vergoeding van de overheid onze leermiddelen bekostigen, nu en straks. En tegelijkertijd aan onderwijskundige innovaties werken.’ Versteeg: ‘Ik prikkel docenten door te zeggen: als jullie nu stoppen met een bepaalde methode, dan levert dat een bezuiniging op. De helft daarvan krijg je als docent of als sectie in uren terug, om eigen leermateriaal te maken. Aan hen de keuze. En het werkt, want op het Griftland College zijn er inmiddels zes secties die dat op die manier doen. Ik vind dat je dat als schoolleiding moet faciliteren. En het vaste loslaten is lastig, dat begrijp ik, maar eigenlijk ben je gek als je als docent niet – al is het maar deels – met eigen en open leermateriaal gaat werken.’ 

Ik deel graag mijn mening over open leermateriaal

"*" geeft vereiste velden aan

Geef aan over welk onderwerp je contact wilt
Bij het versturen van dit formulier ga je akkoord met het Privacy statement en de Algemene voorwaarden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Interviewer: HP Smilde van HP Communicatie

Fotograaf: Billie Jo Krul