info@vo-content.nlContact

Eigen leermateriaal voor het vak levensbeschouwing

Randy de Grip en Geertje Gellen

Als er geen concrete methode voorhanden is voor een bepaald vak, is dat ook een goede reden om met eigen leermateriaal aan de slag te gaan. In het geval van Trevianum in Sittard gaat het om leermateriaal voor levensbeschouwing/burgerschap. Drie docenten krijgen tijd om materiaal te ontwikkelen en ervaren dat als een luxe. Het veldexpertscholentraject bood daarbij een welkome ondersteuning.

‘Het smaakt naar meer. Als je hier eenmaal mee begonnen bent, wil je ook verder.’



In het kort:

Nieuw programma levensbeschouwing

Trevianum in Sittard is een katholieke school met 2.500 leerlingen, drie scholen – havo, atheneum en gymnasium – en één bestuur. Er is een onderbouw en bovenbouw, die letterlijk zijn gescheiden door een brug over een weg ertussen. Bij een school van deze omvang passen flinke secties; zo bestaat de sectie Nederlands uit 25 personen. Randy de Grip en Geertje Gellen zijn twee van de zeven docenten die het vak levensbeschouwing geven.

‘Drie van ons – waaronder Geertje en ik – zijn feitelijk aangenomen om een nieuw programma voor levensbeschouwing in combinatie met burgerschap te schrijven’, zegt De Grip. ‘Dat was ook de directe aanleiding om deel te nemen aan het veldexpertscholentraject van VO-content. De impuls van de veldexpertscholen kon ons mooi ondersteunen in het schrijven van eigen leermateriaal. Ik ben naar drie bijeenkomsten geweest, heb het materiaal gemaakt en dat gepresenteerd.’

Burgerschap

‘Voor het vak levensbeschouwing in combinatie met burgerschap bestaat geen methode’, vertelt Gellen. ‘Burgerschap is als basisvaardigheid – naast lezen en rekenen – ook nieuw in het curriculum. Het mooie was dat wij – drie nieuwe collega’s die elkaar niet kenden, met verschillende achtergronden – van Trevianum de tijd kregen om het nieuwe materiaal te ontwikkelen. Dat is echt een luxe in het VO-wereldje.’ De Grip: ‘We krijgen daar extra uren voor en er is tijd ingeroosterd waarop we elkaars materiaal kunnen evalueren. We zijn dan een hele dag bezig met bespreken van nieuwe thema’s en elkaar feedback geven.’ Als nieuwe collega’s is het belangrijk een gemeenschappelijke taal te spreken, zegt Gellen. ‘Samen werken aan nieuw, eigen materiaal ondersteunt dat.

En het smaakt naar meer. Op de havo zijn ze nu bezig met een doorlopende leerlijn van vaardigheden, en dan willen we daarbij graag de diepte in: wat willen we doen met die vaardigheden en wat verwachten we precies aan gedrag bij leerlingen? Als je hier eenmaal mee begonnen bent, wil je ook verder.’ En je wilt het materiaal waar mogelijk ook verbeteren, vult De Grip aan. ‘Het eerste thema is nu afgesloten en we gaan dat evalueren met collega’s die dat hebben gegeven. Wat kan er beter? Wat kan er anders? Ook daar krijgen we tijd en ruimte voor.’   

Onderling gedeeld

Anders dan haar collega’s Randy de Grip en Katja Henz is Geertje Gellen zelf niet bij de veldexpertbijeenkomsten geweest. ‘Maar alles in het traject werd onderling gedeeld, dus ik heb daar het meeste over meegekregen’, zegt ze. Sowieso zijn binnen de school meer collega’s die eigen leermateriaal maken, zoals de muziekdocent die in eerste instantie bij het traject betrokken was. Die maakte alleen in het materiaal veel gebruik van filmpjes en audiofragmenten die niet geschikt zijn voor open materiaal vanwege de auteursrechten.

Dat vindt De Grip wel een obstakel. ‘Als je echt open leermateriaal wilt ontwikkelen, dan moet je aan zo veel dingen voldoen als het gaat om copyright. We hebben het vaak over inspirerende personen, die kennen veel mensen van een bepaald beeld of een bepaalde foto. Alleen zijn die meestal niet auteursrechtenvrij, dus moet je op zoek naar andere beelden die vaak minder herkenbaar zijn. Dat maakt het maken van open leermateriaal wel lastig. Je maakt dan je lesmateriaal zo dat je eigenlijk minder beelden gaat gebruiken.’

Uit eigen bubbel

Op het veldexpertscholentraject kijkt De Grip met een goed gevoel terug. ‘Het meest waardevol vond ik het praten met de collega’s van de andere scholen, dat je daar echt de tijd voor had’, zegt De Grip. ‘Dan heb je het over hoe het daar gaat en waar ze op hun school tegenaan lopen. Gewoon eens even uit je eigen bubbel gaan, dat vond ik heel fijn aan het traject. Van de workshops zijn me een paar goed bijgebleven.

Vooral die over auteursrechten vond ik heel waardevol en ook over het leren vanuit leerdoelen. Omdat we nu los staan van een methode, moet je heel concreet samen besluiten: dit is wat wij willen dat ze kunnen.’ Inmiddels heeft VO-content-adviseur Herman Rigter op Trevianum aan hun collega’s de cursus ‘Werken vanuit leerdoelen’ gegeven. De Grip: ‘Dat vind ik heel leuk en goed, en het vloeit direct voort uit het veldexpertscholentraject.’

Eigen of ook open?

Het samen ontwikkelen en maken van eigen leermateriaal smaakt naar meer, zei Gellen al. ‘We gaan door op de ingeslagen weg’, zegt ze. ‘We hebben nu twee onderwerpen per jaar. De eerste helft gaan we evalueren en voor de tweede helft zijn we nu bezig met het ontwikkelen van nieuw materiaal. En er is weer een dag ingepland waarop we elkaar feedback kunnen geven.’ Dat wordt alleen geen open leermateriaal, vertelt De Grip. ‘Dat heeft een heel praktische reden: tijd. Tijdens het veldexpertscholentraject heb ik heel veel tijd gestoken om wat we ontwikkelden geschikt te maken als open materiaal. Veel in ons vak wat je ergens anders vandaan haalt, kun je niet zomaar delen.

Dan moet je op zoek naar alternatieven en dat is enorm tijdrovend. Normaal denk je: plaatje hier, filmpje daar. Binnen de school kan dat, maar je kunt dat niet als open materiaal voor elke andere school gebruiken. Het is jammer dat auteursrechten daar belemmerend werken, want als materiaal zou ik het echt wel willen delen.’ Iets anders is dat ze tijdens het traject MILK-light hebben gebruikt om hun materiaal te beoordelen. De Grip: ‘Dat zijn we blijven doen. Het werkt goed en het is goed om te weten dat ons leermateriaal voldoet aan de kwaliteitseisen.’ Al met al voelen de docenten zich op een prettige manier ondersteund tijdens het traject om eigen materiaal te blijven ontwikkelen. ‘Dat is echt de winst voor ons’, aldus Gellen.

Interviewer: HP Smilde van HP Communicatie

Fotograaf: Billie Jo Krul