info@vo-content.nlContact

Digitaal open leermateriaal gebruiken is niet een doel maar een middel

Jan Broeder en Marcel Jansma




Meer digitaal open leermateriaal gebruiken is niet een doel maar een middel. Op het Westeraam vmbo in Elst was open leermateriaal een gevolg van een nieuwe koers in hun onderwijs. In overleg met stakeholders vond de school dat onderwijs ‘van de echte wereld’ moest zijn. Dat kon alleen met ‘wereldonderwijs’, een laptop voor elke leerling en open leermateriaal. ‘Anders zou een leerling met een meter boeken naar school moeten.’



In het kort:

De werelden van het Westeraam

‘Op het Westeraam vmbo in Elst zijn de ‘acht werelden’, het open leermateriaal, de kosten per leerling en de regie van de docent op het onderwijs een nauw samenhangend geheel. ‘Ons ‘wereldonderwijs’ komt eigenlijk van de zeven werelden van techniek en technologie’, zegt projectleider Jan Broeder. ‘

Die hebben wij omarmd om daar ons onderwijs aan te verbinden. Wij hebben er acht van gemaakt, de eerste wereld is de introductie Welkom op het Westeraam. De werelden staan voor grote thema’s waarmee we gedurende circa negen weken met leerlingen bezig zijn.’ De werelden hebben namen als Mens en gezondheid, Voeding en natuur, Energie en waterveiligheid en High tech en science.

Klik hier voor een volledig overzicht.

Reisplan voor de leerling

Vijf jaar geleden is de school met een nieuwe koers begonnen waaruit het wereldonderwijs is voortgekomen. Er werd – in coronatijd – met alle stakeholders gesproken, onder meer leerlingen, ouders, mbo en bedrijfsleven. Belangrijke uitkomst was dat onderwijs contextrijker moest, meer de echte wereld moest zijn. Zo kwam het Westeraam tot de werelden. ‘Dat zijn grote maatschappelijke thema’s’, vertelt Marcel Jansma, ook projectleider. ‘Daar zat een verhaal onder van sterk techniekonderwijs, hoe je die thema’s zou kunnen aanvliegen. We hebben er ondertitels als “Ik app dus ik ben”, “Me, myself and AI” en “Work hard, play harder” aan gegeven om docenten en leerlingen een beetje een kant op te sturen.

We kijken naar de werelden volgens een reisplan, waarin leerlingen met reisleiders – de docenten – drie expedities doorlopen. Daarin zit de lesstof verpakt. Ze komen vervolgens uit bij het reisdoel, dat is de eindopdracht die gaat over die wereld. We hebben twee dagdelen gezamenlijk wereldonderwijs, daarnaast hebben de leerlingen ook nog vakken als Nederlands, Engels, wiskunde, noem maar op.’ Die vakken en het wereldonderwijs vullen elkaar aan.

Heel veel bronnen

Bij deze benadering van onderwijs was de keuze voor open leermateriaal eigenlijk vanzelfsprekend. Broeder: ‘Als je dit zou willen doen in de oude situatie met boeken, dan zou een leerling ’s morgens met een meter boeken op pad moeten gaan om het juiste lesmateriaal op de juiste plek tot z’n beschikking te hebben. Dat gaat gewoon niet.’ Een laptop was dus een logische keuze. Die krijgen leerlingen van de school. Dat kan uit het leermiddelenbudget, doordat de kosten voor open leermateriaal veel lager liggen dan bij het gebruik van methodes en boeken.

‘Met die laptop kunnen de leerlingen inloggen op het moment dat het ze uitkomt, zodat ze kunnen werken voor een bepaald vak op een niveau waar hij of zij aan toe is. En op een manier waarop de school dat digitaal kan volgen.’ Jansma benadrukt dat het Westeraam een laptop als leermiddel ziet, net als een boek of ander materiaal. ‘Vervolgens zijn we op zoek gegaan naar leermateriaal. Veel docenten hadden dat zelf al gemaakt. Dat combineren we met bijvoorbeeld iets van VO-content of een website waar een compleet lesprogramma op staat. We maken dus gebruik van heel veel bronnen om die werelden te arrangeren.’

Voorloper

Het Westeraam was een van de zes veldexpertscholen in het traject dat liep van zomer 2023 tot mei 2024. Wat was de gedachte om hierin te stappen? Zie het als een soort spiegelen, vindt Broeder. ‘Zijn wij nu de enige school die op deze manier naar onderwijs kijkt? Kunnen we misschien nog van andere scholen iets leren? We wilden iets halen, tegelijkertijd zijn wij ook wel zendelingen, dus we willen onze kijk op onderwijs en leermiddelen ook wel verspreiden.’ Van de zes veldexpertscholen is het Westeraam zeker een voorloper.

‘Qua ideeën zitten de andere scholen wel op dezelfde lijn’, zegt Jansma. ‘De stappen die we maken, zijn wel verschillend. Sommige scholen zijn net begonnen, wij waren al bijna vijf jaar bezig en al toe aan het bouwen en implementeren. Wel zagen we dat er beweging zit in het onderwijs. In de media lees je soms dat het onderwijs terug moet naar het bord, het krijtje en het boek. Wij zeggen: nee, als je echt goed onderwijs wil geven, moet je de juiste mix maken.’ Maar in de nieuwe aanpak zit de leerling absoluut niet vastgeplakt aan de laptop, aldus Jansma. ‘Ze gaan juist veel naar buiten, op de fiets, doen proefjes buiten. Juist met het wereldonderwijs is dat belangrijk. De laptop is puur een leermiddel om het onderwijs compact te houden.’

AI is een groot thema

Uiteraard kan ook het Westeraam niet om kunstmatige intelligentie heen. In de wereld ‘High tech en science: Me, myself and AI’ klonk er wat gemopper van de kunstdocent, zegt Jansma. ‘Ze vond dat het maken van een tekening niets met AI te maken heeft of moet hebben. En zij verwoordde precies wat er aan de hand is. Dus ons idee was: we gaan uitleggen wat AI is, wat je er allemaal mee kan en wat het kan betekenen voor je beroep. We zijn “rijke teksten” gaan zoeken op internet daarover, die leerlingen gaan doorlezen en bevragen.

Dan heb je meteen ook taalvaardigheid goed te pakken. Vervolgens gaan ze met elkaar in debat. De kunstdocent is daarmee ook aan de gang gegaan, door leerlingen een collage te laten maken van beelden uit tijdschriften. Stapsgewijs liet ze dat steeds meer door AI doen, om te kijken waar we op die manier op uit komen. Dan heb je het niet alleen over een vak, maar bespreek je samen een groot thema. Dát is ook onderwijs.’

Door op ingeslagen weg

Sinds september 2024 zijn voortrekkers Broeder en Jansma beiden niet meer werkzaam bij het Westeraam. Gaat alles wat ze hebben ingezet wel op de ingeslagen weg door? ‘Ik denk het zeker’, zegt Broeder. ‘Om te beginnen is het ingekapseld in het onderwijs, bestuurlijk en onderwijskundig. Verder hebben we ons werk overgedragen aan twee collega’s, die zelf erg geloven in het werken zoals we dat nu doen.’ Jansma beaamt dat: ‘Wat we in vijf jaar hebben opgebouwd en ontwikkeld, is in goede handen. Dat hebben we direct al aan het begin van het cursusjaar gezien. Daar heb ik alle vertrouwen in.’