info@vo-content.nlContact

Het project basisvaardigheden van het IVO Deurne

IVO Deurne, een scholengemeenschap met vier deelscholen, is bezig met een grootschalig project om het taal- en rekenbeleid te versterken en de basisvaardigheden onder de leerlingen te verbeteren. Het project wordt geleid door projectleider Joost Meulendijks, met ondersteuning van Paul Westeneng, een adviseur van VO-content, die is ingeschakeld om structuur en beleid in het project aan te brengen.



Situatie en uitdagingen

De deelscholen van het IVO Deurne hebben het programma basisvaardigheden over het algemeen op orde, dus de samenwerking met VO-content werd niet ingegeven door noodzaak op dit gebied. Het project ontstond vanuit de subsidie basisvaardigheden. In de beginfase was er echter nog weinig kader vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), waardoor de aanpak vooral experimenteel was.

Binnen IVO Deurne was er behoefte aan een meer samenhangend beleid op de basisvaardigheden, om de implementatie van de activiteiten makkelijker te maken. Hoewel de scholen reken- en taalcoördinatoren en burgerschapsambassadeurs hadden aangesteld, ontbrak het hen aan een duidelijke taakomschrijving en beleidsmatige grondslag. Om hierin verbetering te brengen, besloot de schoolleiding een beleidsplan te ontwikkelen, waarvoor Paul Westeneng werd ingeschakeld.

Aanpak en rolverdeling

Joost Meulendijks heeft als projectleider de taak om het proces te begeleiden en alle stakeholders van de vier deelscholen te betrekken. Dit houdt in dat hij als katalysator fungeert tussen de werkgroepen, Paul, en de schoolleiding. Joost richt de digitale werkruimte in, coördineert de werkgroepen en houdt de directie op de hoogte van de voortgang.

Joost Meulendijks

Paul Westeneng, als adviseur en trainer, ondersteunt het team door hen te helpen om beleidsmatig te denken en acties te structureren. Hij geeft advies over het reken- en taalbeleid en zorgde ervoor dat de teksten van de vier verschillende scholen consistent waren. De aanpak werd opgedeeld in twee fasen: fase 1 (afgerond zomer 2024), waarin de overkoepelende beleidsnotitie voor basisvaardigheden werd ontwikkeld, en fase 2 (afgerond eind november 2024), waarin de beleidsplannen per deelschool worden opgesteld.

Paul Westeneng
Resultaten en reacties

Inmiddels bevindt het project zich nog in fase 2, maar de beleidsnotitie is al afgerond. Deze notitie omvat belangrijke pijlers die aansluiten bij de doelen van Koers 2030 van OMO, waaronder het inzichtelijk maken van de leerlijnen en het werken met data in een cyclisch proces.

De implementatie van een beleidsmatige aanpak was voor docenten, die gewend zijn praktisch aan de slag te gaan, in de beginfase een uitdaging. De discussies over wat de school precies wil bereiken en wat haalbaar is, waren nieuw voor velen en haalden hen uit hun comfortzone. Daarom werd er een teamleider per deelschool toegevoegd aan elke werkgroep, om de verbinding tussen docenten en schoolleiding te waarborgen.

Paul Westeneng merkt op dat de docenten nog steeds even enthousiast zijn, maar dat hun acties nu binnen een beleidsmatige structuur vallen en dat ze het belang hiervan beter begrijpen.

Reflectie en aanbevelingen

Joost Meulendijks geeft aan tevreden te zijn met de voortgang, maar ook enigszins gespannen over het uiteindelijke resultaat. De uitdaging ligt erin om ervoor te zorgen dat het beleidsplan echt bruikbaar wordt in de praktijk en niet “op de plank blijft liggen.” Paul Westeneng vult aan dat monitoring en evaluatie zijn opgenomen in de beleidsplannen om het project te ondersteunen in een cyclisch verbeterproces.

Tips voor andere scholen