Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website toont video’s van YouTube. Deze partij plaatst cookies (third party cookies). Als je deze cookies niet wilt, dan kan je dat hier aangeven. Je kan dan geen video’s op deze website zien. Wij plaatsen zelf ook anonieme cookies om onze site te verbeteren. Deze gegevens worden niet aan derden verstrekt.

Deze website toont video’s van YouTube. Deze partij plaatst cookies (third party cookies). Als je deze cookies niet wilt, dan kan je dat hier aangeven. Je kan dan geen video’s op deze website zien.

Open digitaal afstandsonderwijs – Wat valt er te leren van andere Europese landen?

14 december 2021

Door de pandemie heeft afstandsleren een enorme vlucht genomen. Voor het eerst zijn ervaringen met digitale open source leermiddelen in het voortgezet onderwijs in meerdere Europese landen onderzocht en vergeleken. Uit dit onderzoek kan onder meer worden geconcludeerd dat Europese landen meer gebruik kunnen maken van elkaars leermaterialen.

Voor het “Report of the International Survey on the use of Open Educational Resources and Digital Platforms in 12 European Countries” (publicatie december 2021) is onderzoek gedaan in de volgende landen: België, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Ierland, Italië, Litouwen, Nederland, Noorwegen, Zweden en Zwitserland. Het blijkt dat in alle landen gebruik wordt gemaakt van één of meerdere digitale leermiddelenplatforms. Meestal zijn deze platforms in handen van publieke organisaties die onder de diverse Ministeries van Onderwijs vallen. Qua bezoekersaantallen staat Noorwegen bovenaan met tachtig à honderdduizend bezoekers per dag, Nederland is een goede tweede. De open source leermiddelen worden in alle onderzochte landen gefinancierd door de overheid, in België aangevuld met advertentie-inkomsten en in Estland, Griekenland en Litouwen met EU-gelden. De leermaterialen worden in alle landen ontwikkeld door docenten met financiële vergoedingen als meest gebruikte stimulans.

Samenwerken met andere landen

Ondanks dat open digitaal leermateriaal voor iedereen toegankelijk is, wordt er nauwelijks gebruik gemaakt van hetgeen in het buitenland ontwikkeld is, ofschoon men wel aangeeft hier open voor te staan. Als individuele landen gebruik zouden maken van (al dan niet vertaald) leermateriaal uit het buitenland, zou de collectie digitale leermiddelen waar hun scholieren gebruik van kunnen maken aanzienlijk uitgebreid worden. Open leermiddelen die we in Nederland delen vind je bijvoorbeeld in Wikiwijs en in de Stercollecties van VO-content.

Groeifonds Open Leermateriaal

Dit inventariserend onderzoek geeft zowel het nut als de noodzaak aan naar verdieping in dit onderwerp. Er kan veel geleerd worden van de diverse constructies en condities in het buitenland om open leermateriaal te ontwikkelen en te delen. Ook de veelsoortige wijzen waarop kwaliteitszorg op deze leermiddelen georganiseerd wordt is interessant voor de verdere adoptie van digitaal onderwijsmateriaal in binnen- en buitenschoolse leersituaties in en rond het funderend onderwijs in Nederland. De ervaringen uit ons omringende landen kunnen uiterst leerzaam zijn voor de Nederlandse context, zeker nu de overheid op het punt staat hierin te investeren vanuit de Groeifondsaanvraag “Impuls Open Leermateriaal”.

Het “Report of the International Survey on the use of Open Educational Resources and Digital Platforms in 12 European Countries” is een publicatie opgesteld door Stichting VO-content. Stichting VO-content bundelt de initiatieven van ruim 400 scholen op het gebied van de adoptie van open digitaal leermateriaal en maakt deel uit van de Open Leermiddelen Alliantie Nederland waarbij onder andere ook het Profielenberaad met ruim 650 profielscholen (scholen met een aanbod voor leerlingen met specifieke talenten) is aangesloten. Vanuit deze alliantie streven we ernaar vervolgonderzoek naar dit onderwerp te organiseren. De Groeifondsaanvraag Impuls Open Leermateriaal kan daar mogelijkheden voor bieden. 

Terug naar nieuwsoverzicht
Stel een vraag Helpdesk