Wat maakt dit nu zo bijzonder?
“Wat ik belangrijk vind, is dat de collectie door de verrijkingsopdrachten breed inzetbaar is in de hele onderbouw”, vertelt Patricia, die de thema's uitprobeerde met haar leerlingen van het Herbert Vissers College in Nieuw Vennep. Ook Ron is erg trots op de differentiatiemogelijkheden en de variëteit in de opdrachten. Hij paste de methode toe op verschillende mavo, havo en vwo-klassen van Het Baken in Almere Poort. “Hoe meer variatie je biedt, hoe beter je je doelen haalt. Dat gaat beter digitaal, dan in een boek dat vervolgens voor driekwart niet gebruikt wordt.”
Wat direct opvalt, is de grote hoeveelheid activerende groepsopdrachten. Patricia: “Het is natuurlijk riskant om leerlingen alleen maar achter de computer te laten werken. Daarom zijn er ook veel opdrachten die ze los van de computer doen.” Ron: “Een van de leukste opdrachten vind ik die waarbij ze een rechtbank moeten naspelen. Daarvoor moeten ze niet alleen feitenkennis hebben, maar ook inzicht hebben in hoe het rechtssysteem werkt en zich kunnen aanpassen aan de omstandigheden. Toen wij die opdracht in de klas uitvoerden, gingen de kinderen helemaal op in hun rol. Tegelijkertijd wisten ze heel goed binnen welke kaders ze moesten blijven. Dat was echt hilarisch.”
Een van de uitgangspunten was minimale investering van de docent. Het klinkt alsof die toch nog wat te organiseren heeft
Ron: “Organisatorisch valt het voor de docent wel mee. De opdrachten zijn gemakkelijk na te kijken en je kunt de vorderingen van de leerlingen bijhouden via de elektronische leeromgeving. Je treedt vooral op als regisseur die het proces gaande houdt of afremt. De valkuil is het managen van het groepswerk. In de groep trekt er altijd een de kar. Daar moet de docent inspringen.” Patricia: “Nee, dat groepswerk gaat niet vanzelf natuurlijk. Als docent moet je nog het proces begeleiden. En omdat ze regelmatig presentaties geven, is het wel zaak te zorgen dat iedereen op hetzelfde moment toe is aan bepaalde opdrachten. Ook voor docenten die minder handig met de computer zijn wijst het zichzelf. Het is vooral erg leuk om de leerlingen zelf enthousiast aan de slag te zien gaan.”
Niet onbelangrijk: hoe reageerden jullie leerlingen op het materiaal?
“Heel positief”, zegt Ron stellig, ‘terwijl ze op thema’s als burgerschap en democratie doorgaans afhoudend reageren. Omdat het subtiel wordt gebracht, vinden ze het toch wel interessant.” Patricia: “Voor kinderen van 13 en 14 is politiek bijvoorbeeld een ver-van-mijn-bedshow, dus bouwen we het geleidelijk op van concreet naar abstract. We vragen ze na te denken over hoe dingen op school geregeld zijn. Wat zouden je daaraan willen verbeteren? Welke mogelijkheden heb je daarvoor? Dan laten we ze ook echt een politiek partij oprichten, standpunten formuleren en een verkiezingsposter maken. We proberen de politiek zo dichtbij mogelijk te brengen.”
Ron: “Wij hebben het op onze school zo ingecalculeerd dat het einde van het thema samenviel met de verkiezingen van de leerlingenraad. Daar waren ze nu veel enthousiaster over dan vorig jaar.”
Tot slot: hoe vonden jullie het om deze thema's te maken?
Ron: “We hebben er zelf ook met veel plezier aan gewerkt. We hopen in de toekomst uit te breiden, door nog meer variaties en andere invalshoeken aan te reiken.” Patricia: “Als er behoefte is aan kennistoetsen dan kunnen we die ook beschikbaar maken. En we zouden allebei graag een vervolg maken voor de bovenbouw. Dit smaakt naar meer!”
De thema's burgerschap meteen bekijken?
De samenleving dat ben jij
Nederland besturen we samen
Heb jij zelf leermateriaal voor Burgerschap ontwikkelt? Wil je het delen? Neem dan contact op met Marjolein Janssen.