Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website toont video’s van YouTube. Deze partij plaatst cookies (third party cookies). Als je deze cookies niet wilt, dan kan je dat hier aangeven. Je kan dan geen video’s op deze website zien. Wij plaatsen zelf ook anonieme cookies om onze site te verbeteren. Deze gegevens worden niet aan derden verstrekt.

Deze website toont video’s van YouTube. Deze partij plaatst cookies (third party cookies). Als je deze cookies niet wilt, dan kan je dat hier aangeven. Je kan dan geen video’s op deze website zien.

Geert ten Dam: “Gesloten materiaal gaat het afleggen tegen open materiaal.”

In ons Comité van Aanbeveling nemen prominente Nederlanders plaats die de doelstellingen van VO-content onderstrepen. In deze serie interviews praten zij over hun visie op onderwijs. Hoogleraar onderwijskunde en bestuursvoorzitter van de UvA Geert ten Dam: “Gesloten materiaal gaat het afleggen tegen open materiaal.” 

Ze wil het maar gezegd hebben: het onderwijs in Nederland is goed. Toch vindt hoogleraar onderwijskunde en bestuursvoorzitter van de UvA Geert ten Dam dat het systeem aan vernieuwing toe is. En met autoriteit. Van 2011 tot en met 2014 was Ten Dam voorzitter van de Onderwijsraad. 

Ze maakte deel uit van het Platform Ons Onderwijs 2032, dat in januari 2016 een advies uitbracht over de koers die het onderwijs zou moeten varen. Onlangs is ze benoemd als kroonlid van de SER. “Ik ken het onderwijs redelijk goed”, zegt ze bescheiden.

Lokale context

In het advies schrijft het platform dat het curriculum eigentijdser moet worden. Door het verplichte curriculum bovendien tot de kern te beperken, ontstaat er ruimte om het onderwijs zo in te richten dat leerlingen hun kennis en vaardigheden kunnen verbreden en verdiepen op een manier die past bij hun ambities en bijdraagt aan hun persoonsvorming. 

De Stercollecties sluiten volgens Ten Dam bij die ontwikkeling aan. “Ik neem van harte plaats in het comité van aanbeveling van VO-content, omdat ik de ontwikkeling van meer online open source materiaal belangrijk vind. De docent heeft daarmee meer controle over de leerstof, en er kunnen sneller hedendaagse voorbeelden worden ingepast.” 

Flexibiliteit

 “We hebben in Nederland mooi leermateriaal, maar het is gesloten en statisch; het duurt jaren voor een school besluit om een nieuwe methode aan te schaffen. Het voorland ligt bij materiaal dat tegemoet komt aan de behoefte aan flexibiliteit en professionele ruimte. Gesloten materiaal gaat het afleggen tegen open materiaal. Uitgevers hebben deze ontwikkeling blijkbaar niet voortvarend genoeg opgepakt naar de behoeften en verwachtingen van de sector; VO-content is niet voor niets in het leven geroepen.” 

Blokkendoos

Voor Ten Dam werkt het ideale moderne lesmateriaal als een blokkendoos, waaruit de docent bouwstenen haalt om zijn eigen curriculum samen te stellen en waaraan hij op zijn beurt weer nieuwe onderdelen toevoegt. “Technologie maakt het mogelijk dat digitaal materiaal meer is dan een boek ‘achter glas’. Je kunt zo niet alleen kwaliteit leveren in de lokale context, maar ook makkelijker over de muren van de scholen heen kijken.

Mijn dochter wilde wiskunde D doen, daar krijg je geen klas mee vol. Daarom kreeg ze les met leerlingen van andere scholen. Daar kan digitale content heel erg mee helpen. Face-to-facecontact en begeleiding blijven nodig, maar je kan zo makkelijker maatwerk genereren en inspelen op actuele vragen.”

Ook het bedrijfsleven en het hoger onderwijs kunnen materiaal in die blokkendoos stoppen. “Er is veel vraag naar beroepsgeoriënteerde vakken in havo en vwo. Het bedrijfsleven kan daar prachtig materiaal voor aanleveren. Natuurlijk moet je niet afhankelijk worden van de markt, maar de ramen en deuren mogen wel meer open.” 

Kwaliteit

Bij meer vrijheid is een goede kwaliteitsborging essentieel. Daar valt volgens Ten Dam nog winst te behalen. “Kwaliteit is nooit eenduidig, het is wat past bij de behoeften van je doelgroep. Maar je kunt de controle wel ‘horizontaal’ organiseren.

Als docenten zelf opdrachten aan de Stercollecties kunnen hangen, zet er dan een soort peerreview op. Ik zou op zijn minst willen weten of een opdracht door één iemand gebruikt is, of dat er meer docenten naar gekeken hebben.” 

Of de Stercollecties het in deze vorm volledig overnemen van de reguliere methoden, dat moet de praktijk uitwijzen, stelt Ten Dam. “Het is belangrijk dat scholen, schoolleiders en docenten nauw betrokken zijn, en dat ze zelf invloed hebben op de inhoud. Als ze VO-content niet beschouwen als mede van hen, dan is dat een gemiste kans.”  

Stel een vraag Helpdesk