Eigenaarschap
Natuurlijk, er was voor individuele leerlingen altijd wel ruimte om op goede gronden van het rooster af te wijken. “Ziek, heette dat dan”, vertelt Cees, “en bij ziek hoort een protocol, bij een protocol hoort een ambtenaar. Terwijl zo’n leerling alleen zegt: ‘geef me wat ruimte’.” Hij had daarom al snel door dat het project niet zou slagen als het via de geijkte kanalen uitgevoerd zou worden. “Maar ik dacht, als we bij de leerling beginnen, dan heb je wel kans dat we iets voor elkaar krijgen. Voor de leerling is het belang klip en klaar, die streeft echt niet alleen maar naar zoveel mogelijk vakantie. Die wil het instituut doorlopen en het diploma behalen. We geven daarom nu het eigenaarschap van het leren aan de leerling.”
Met een ludiek filmpje werden de leerlingen gemakkelijk enthousiast gemaakt. Op basis van een motivatiebrief en met ondersteuning van een coach kunnen geselecteerde leerlingen nu zelf bepalen aan welke lessen zij deelnemen. Sommigen missen slechts een les per week, anderen zijn maar twee dagen per week aanwezig.
Omslag in denken
De weerstand kwam van de kant van docenten. “Zij hadden, vaak heel terecht, vragen over praktische zaken. En ze kwamen met de tegenargumenten die in dit instituut zijn ingebakken: ‘Meer toetsen maken kost me extra werk’; ‘Wat als er niemand meer naar mijn lessen komt?’ Daar liepen wij keihard tegenaan.” Vooral bij hen was dus een omslag in het denken nodig. “Het huiswerk niet gemaakt hebben, was plots geen onderwerp van discussie meer.”
Na evaluaties, rapporten en nieuwe promotiefilmpjes brak toch het moment aan dat er beleid gemaakt moest worden. De weerstand bleef bestaan, maar de schoolleiders zagen een gouden kans. Om het draagvlak te vergroten werd de naam gewijzigd in ‘maatwerk-leren’. De teamleiders werd met nadruk verzocht het project te omhelzen. Cees: “Op een gegeven moment moet je een beleid aanhouden en kaders stellen, anders snapt niemand meer welke kant je op wilt. Het project past uitstekend binnen onze visie: ‘Ruimte voor ontwikkeling’. Maatwerk-leren is nu een vast onderdeel van de school.”
Haak aan en lift mee
Inmiddels nemen er 210 leerlingen deel aan het programma, maar de transitie is nog vol in gang. Cees heeft de coördinatie overgedragen aan een collega. Zelf kijkt hij nu hoe andere initiatieven van docenten kunnen aanhaken bij het succes van maatwerk-leren. Hij vindt het essentieel dat ook die plannen de ruimte krijgen. De flexibelere houding van het ministerie en de mogelijkheden van ICT hebben de drempel om te experimenteren met andere onderwijsvormen aanzienlijk verlaagd. “Je hoeft een goed plan nu niet meer eerst langs alle bestuurslagen van de school te loodsen, maar je kunt, na goed overleg en een geslaagde aanvraag bij bijvoorbeeld Leerlab2020, een zak geld op tafel leggen en zeggen: ‘ik heb dit geld, en dit plan hoort daarbij’.”
Ondersteunend meedenken
Idealiter worden ontwikkelingen volgens Cees op deze manier van onderaf in gang gezet. De taak van de directie daarbij is om ondersteunend mee te denken. “De enige ontwikkeling die kans heeft, is een ontwikkeling waarbij je ook echt alles uit handen geeft. Tijdens de Masterkl@s kun je zien dat wij voor deze ingang hebben gekozen om ruimte voor onze leerlingen te creëren. Vertaal ons verhaal naar de sterke kanten van je eigen school en verbind daaraan de initiatieven die jouw docenten willen ontwikkelen. Traditioneel willen managers de neuzen dezelfde kant op krijgen, maar een lerende instantie bestaat bij uitstek uit mensen die niet hetzelfde denken. Als je de vraag stelt hoe je je mensen mee moet krijgen, luister je niet goed genoeg naar ze. Ga tussen je docenten en bij je leerlingen staan. Een goede schoolleider is geen coach die aanwijzingen roept vanaf de kant, maar een aanvoerder die meespeelt in het veld.”