Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website toont video’s van YouTube. Deze partij plaatst cookies (third party cookies). Als je deze cookies niet wilt, dan kan je dat hier aangeven. Je kan dan geen video’s op deze website zien. Wij plaatsen zelf ook anonieme cookies om onze site te verbeteren. Deze gegevens worden niet aan derden verstrekt.

Deze website toont video’s van YouTube. Deze partij plaatst cookies (third party cookies). Als je deze cookies niet wilt, dan kan je dat hier aangeven. Je kan dan geen video’s op deze website zien.

Een eigen methode met de Stercollectie Engels

Geschreven door Tom van Moll op 30 augustus 2016

Leermateriaal voor volledig gepersonaliseerd leren, het is volgens velen een utopie. Maar Rachel Wolsink en Soraya Kuipers hebben het geklaard. Ze ontwikkelden hun eigen methode Engels, waarmee ze kunnen inspelen op de individuele behoeftes van iedere leerling. “Lesgeven op deze manier, dat zou iedereen moeten willen.”

Afgelopen schooljaar koersten de twee collega’s van Twents Carmel College, locatie De Thij in Oldenzaal voor het eerst volledig op hun eigen methode. Wolsink: “Een reguliere methode brengt je een heel eind, maar voldoet niet aan ons ideaal.” Kuipers: “Het is belangrijk dat geen enkele leerling zich hoeft te vervelen, en dat iedereen op zijn eigen niveau kan werken. Met onze eigen methode kan dat beter.”

Iedere leerling bereiken

De iBooks-hoofdstukken die Wolsink en Kuipers voor hun leerlingen klaarzetten in de ELO, zijn voorzien van uitleg, opdrachten, beeldmateriaal en een grote hoeveelheid linkjes. Die verwijzen naar de Stercollecties, maar ook naar websites als Meester Gijs en Digischool. Zo is er voor elk stukje grammatica een auditieve en een visuele uitleg beschikbaar.

Achter in de iBooks staan alle woorden, vervoegingen en zinnen die de leerlingen moeten kennen. Alle woorden zijn ook nog eens allemaal opgenomen in WRTS.  Kuipers: “De een leert door te kijken, de ander door te lezen. Je biedt echt van alles aan om maar dat kind te bereiken, zodat hij het snapt.”

Centraal beginnen

Wolsink: “Het is voor een leerling heel vervelend als jij iets honderd keer uitlegt, omdat een ander het niet begrijpt. Daarom beginnen we een les altijd centraal op k/t-niveau. Als een groot gedeelte van de klas het niet begrijpt, leg je het nog een keer uit. Gaat het om een klein gedeelte, dan laat je ze met een koptelefoon een link volgen.” Via de links kunnen de leerlingen op één of twee andere manieren uitleg krijgen.

Wie het makkelijk aankan, krijgt een havo-link aangeboden. Wolsink: “Na een paar weken pakken ze zelf hun koptelefoontjes: ze weten zelf wel in welke categorie ze vallen. Dat geeft zelfvertrouwen, want als je het op b-niveau wel kan, dan durf je het daarna wel op k/t-niveau aan. Uiteindelijk moeten ze allemaal hetzelfde kunnen.”

Herhaling

Bij ieder nieuw onderwerp wordt alle stof, van de eerste tot de laatste les, herhaald. Ook bij iedere toets komt alle stof terug. Kuipers: “Je ziet dat de leerling zich elke keer wil verbeteren. Dat ze dan roepen, ‘juffrouw ik snap het nu wél’, dat is je reward.” Die reactie krijg je vaker terug dan bij een papieren boek, want dat is minder geschikt voor herhaling. Wolsink: “Je gaat ingevulde opdrachten niet uitgummen. Nu kan de leerling vijf keer dezelfde link doen, met een andere uitleg.”

Uitdagen

Door te herhalen en tegemoet te komen aan de verschillende leerstijlen, wordt iedere leerling uitgedaagd het maximale uit zichzelf te halen. Wolsink: “Wij kunnen ontzettend snel zien of iemand het wat Engels betreft ook op havo-niveau zou kunnen redden: ga de havo-links maar doen. Je hoeft niet meer te wachten op toetsen.”

De eerste ervaring is dat de leerlingen met deze methode beter presteren dan met een andere methode. Wolsink: “Ik wil volgend jaar aan het einde van het jaar de havo-leerlingen dezelfde toets laten maken als 1-k/t, en ik durf te wedden dat het gemiddeld geen verschil geeft.”

Veel werk

Na een periode van plannen maken, zijn de twee docenten aan het begin van het schooljaar 2014-2015 begonnen met ontwikkelen. Hoeveel tijd dat zou kosten, hadden ze zelf ook onderschat: in ieder geval meer dan de ontwikkeltijd die ze door de school kregen toebedeeld. Kuipers: “Ook al heb je mooie links, alles moet bedacht en gemaakt worden: de opzet, de toetsen, de manier van inleveren, en de manier waarop je dat controleert.” Ze zucht. “Whoe, dat is echt veel werk. En je zult ook moeten opschrijven hoe collega’s ermee om moeten gaan.”

Want hun collega’s Engels konden afgelopen jaar zo instappen, alsof het om een nieuwe editie van een beproefde methode ging. Wolsink: “Ook collega’s van andere vakken die eerst sceptisch waren, zijn nu best enthousiast, maar ze haken af als ze de hoeveelheid werk zien. Want het is héél veel werk. En we zijn nog steeds aan het ontwikkelen.”

Zo willen ze de planning beter aan laten sluiten op die van andere vakken, en willen ze de methode actueel houden. Kuipers: “Je blijft altijd verfrissen, maar dat zit in je. Als jij het niet leuk vindt om af en toe wat nieuws te doen, past het onderwijs dan wel bij je?” Wolsink: “Ontwikkelen hoeft niet iedereen te willen en te kunnen. Maar lesgeven op deze manier, dat zou iedereen moeten willen.”

Rol van de Stercollecties

Wolsink: “De Stercollecties zijn de basis van alles wat wij doen. De projecten, de grammatica, de manier van aanbieden: alles komt daaruit voort. Dankzij de Stercollecties kunnen we differentiëren in onze lessen, daar zijn we heel blij mee: elk onderwerp komt op elk niveau aan bod. Wij maken daar dan een arrangement van. Daarna vullen we het aan voor specifieke leerlingen. Dan denk je: ‘ik heb Tijn in de klas zitten, die wil hier graag een stukje van Meester Gijs bij hebben’.”

Tijd, creativiteit en doorzettingsvermogen, dat is wat het kost. Maar het is de moeite waard. Wolsink: “Verwacht niet dat je meteen iets fantastisch neerzet, want dan raak je teleurgesteld in jezelf. Neem alle tijd die je nodig hebt; wij hebben echt geen vakantie gehad.” Kuijpers: “En toch zijn we nog steeds enthousiast. Na al dat werk is er iets uitgekomen waar ik zó blij van word.” Wolsink: “En waar we honderd procent achter staan.”

Terug naar blogoverzicht
Stel een vraag Helpdesk